Stap 2: Operatie beginselen
Om te kunnen controleren van iemands lichamelijke activiteit, is een versnellingsmeter vereist om te kunnen bepalen van de verandering in positie. De versnellingsmeter is in staat om deze wijzigingen van de positie met krachttransductors die in capaciteit uitlezingen verschuiven met het versnellen van de beweging. Dit kan worden gebruikt om te bepalen wanneer een persoon neemt een stap, zoals zal er een snelle verandering in versnelling telkens die een stap wordt gezet. De ontvangen gegevens kan ook worden gebruikt om te bepalen wanneer een persoon is het uitvoeren van een fysieke activiteit, door het instellen van een drempel, zodat als de grootte van de versnelling groter is dan de drempel, het apparaat de duur van de activiteit behaalt. Een GPS-module is ook opgenomen in het apparaat om te bepalen van de werkelijke locatie en de real time voor de gegevens. De coördinaat gegevens kunnen worden gebruikt voor het berekenen van de afstand reisde door de afstand tussen het beginpunt en de huidige locatie van het onderwerp af te trekken. Alle gegevens op een MicroSD-kaart, die de gegevens kunt opslaan als een tekstbestand en kan worden benaderd op een computer is aangemeld.