Stap 1: De goederen
1. een slachtoffer. (Ik heb drie)
2. een dremel. (voor het snijden)
3. thee kaarsen. (voor verlichting)
4. schuurpapier. (voor het schuren)
5. iets te schep uit kokos vlees, zoals een grapefruit lepel, mes of beitel. Niet afgebeeld.