Stap 10: Kisten het spel: tekens (speelstukken)
Voordat het spel begint elke speler stemt ermee in op aantal speelstukken.
Speelstukken hebben een basis stat. 4 bewegingen, 7 leven, 4 range, 2 vermogen punten, 2 landbouw acties, onbeperkt gebouw acties en 1 d 6 rollen voor schade.
Een cyclus is na iedere speler een wending neemt. De cyclus eindigt en begint met de speler die eerst gaat.
Beweging is het aantal keren dat een teken kunt verplaatsen. Ik heb een beweging is gelijk aan een tegel. Iets hoger dan één krat moet u hebben van het spel stuk springen.
Jumping kunt u Beweeg over twee spaties of hoogten te bereiken. Springen is gelijk aan twee bewegingen. U kunt springen tot één krat hoog en twee tegels naar voren.
Je leven is hoeveel schade je stukken kunnen weerstaan zonder het sterven. Wanneer het nul uw stuk overleden.
Bereik is hoe ver je stuk een ander stuk kan aanvallen.
Als uw stuk sterft het opzij voor 1 cyclus wordt geplaatst en kan dan weer in het spel worden gezet.
Punten worden gescoord door de voltooiing van doelstellingen.
Vaardigheden veranderen de stats en geeft verschillende aspecten aan het spel stukken.
Landbouw acties toestaan spelers om te pick-up een tegel. U kunt oprapen met twee stenen per beurt. Elk spel stuk kan maximaal 8 tegels bevatten. Kratten = 3 tegels, wanden = 3 tegels, bruggen = 3 tegels.
Bouwen van acties Spelers toestaan om te plaats van Tegel, muren, bruggen en kisten naar beneden.