Stap 15: Ontwerpen van Diagram deelvenster
Laatste stap - aansluiten van de vakken
Op dit punt is het belangrijk om te begrijpen van de werkbalk. De werkbalk wordt gebruikt voor het kiezen van verschillende hulpmiddelen. Fig. 16 geeft een beschrijving van het hulpprogramma bar.
Tijdens het ontwerpen van een diagram Houd rekening met de volgende regels:
Voor een functie of sub-VI zijn de ingangen naar het altijd aan de linkerkant en de uitgangen zijn altijd aan de
recht. Om te kijken naar alle verbindingen, ga naar het menu Help en kies 'Toon Help'.
Met hulp ingeschakeld, als u uw bewerken beweegt zal tool op een functie/sub-VI het help-scherm verschijnen.
Wanneer het hulpprogramma draad boven een functie of een sub-VI wordt geplaatst, oplichten de terminals op de functies met de aansluitingen gemarkeerd. Dit vergemakkelijkt het sluit de draad aan geschikte terminals.
Als de verbindingen tussen twee functies/sub-VIs onverenigbaar zijn, dan een gestippelde (-)-lijn tussen de verbindingen verschijnt eerder dan een ononderbroken lijn. Dit betekent dat de draadaansluiting is het dragen van incompatibele gegevens (bijvoorbeeld een matrix naar een getal) of een cluster naar een matrix. Controleer de verbindingen weer met het "Help"-scherm of door te kijken naar Fig 18.
Met het gereedschap draad verbinden met de juiste besturingselementen de sub-VI zoals in Fig. 18. Sluit de grafische indicator op tegen het einde van uw constructie. Wanneer de implementatie voltooid is, verschijnt de werkbalk de status van de VI.
Zoals eerder gezegd, als een verbinding slecht is of niet geschikt is, op zal uiterlijk vertoon op het diagram met een gebroken lijn. Als de terminals niet correct aangesloten zijn, verschijnt de werkbalk de status zoals weergegeven in figuur 17.