Stap 1: tekenreeksen
tekstA = "abcdefg"
Zet "symbolen aan beide zijden van de tekst die u wilt worden geteld als een tekenreeks
Mid (de lengte van de tekenreeks, Start,) selecteert een stuk tekst uit een tekenreeks
in tekenreeksen is er geen nul tekenreeksen begin op 1
textb = mid (tekstA, 2, 2)
Dit maakt de variabele textb = "bc"
textb = mid (tekstA, 4, 4)
Dit maakt de variabele textb = "defg"
textb = mid (tekstA, 4, 5)
Dit maakt de variabele textb = "defg"
Dat is juist als de tekst u probeert te selecteren is langer dan de beschikbare tekst eindigt bij het laatste teken
afhankelijk van uw programma hebt u te plaatsen vallen om fouten te voorkomen.
Dit is zo'n een val:
textb = mid (tekstA, 4, 5)
Als len(textb) < 5 vervolgens ' lengte() geeft de lengte van een tekenreeks het < betekent minder dan
MsgBox "de tekst is te kort" ' toont een berichtvenster met de tekenreeks
Exit sub ' Dit wordt afgesloten met de sub die u bent inch beëindiging van de code. Als je in een functie, bent dan zou je afslag functie
eind als
het vinden van de plaats van een teken in een string
We gebruiken instr (Start, Reeks1, reeks2)
tekstA = "abcdefg"
textb = instr (1, tekstA, "c") ' Dit vindt de letter c in de tekenreeks tekstA
textb nu gelijk is aan 3
OPMERKING:
InStr is het resultaat 0 (nul) als het niet kan het teken vinden
REORGANISATIE:
Dit is een vervelend
dat wilt u "abcdefg" worden "defgabc"
tekstA = "abcdefg"
textb = mid (tekstA, 4, 4) & mid (tekstA, 1, 3)
Dat was niet te slecht maar laat nu in de instr()-functie toevoegen
dat u wilt het reorganiseren van een tekenreeks bij een gordijn teken maar het is niet de dezelfde plek everytime
tekstA = "abcdefg"
textb = "gfabdec"
textc = mid (tekstA, instr (1, tekstA, "c"), len(texta) - instr (1, tekstA, "c") + 1) & mid (tekstA, 1, instr (1, tekstA, "c") - 1)
Opmerking het onderdeel len(texta) - instr (1, tekstA, "c") + 1 omdat instr het teken dat telt u op zoek bent naar zodat je terug één teken dus de mid() het teken duurt u als eerste op in de tekenreeks zoekt
textc is nu gelijk aan "cdefgab"
tekstD = mid (textb, instr (1, textb, "c"), len(textb) - instr (1, textb, "c") + 1) & mid (textb, 1, instr (1, textb, "c") - 1)
tekstD is nu gelijk aan "cgfabde"
laten we proberen het vinden van een teken dat niet in de tekenreeks
tekstA = "abcdefg"
textc = mid (tekstA, instr (1, tekstA, "h"), len(texta) - instr (1, tekstA, "h") + 1) & mid (tekstA, 1, instr (1, tekstA, "h") - 1)
u krijgt een fout omdat het deel van de start van de Mid() kan niet = 0, aangezien snaren bij 1 laten beginnen
dus je hebt om te voorkomen dat de runtime-fout. Dit is een manier om het te doen
tekstA = "abcdefg"
Als instr (1, tekstA, "h") <> 0 dan
textc = mid (tekstA, instr (1, tekstA, "h"), len(texta) - instr (1, tekstA, "h") + 1) & mid (tekstA, 1, instr (1, tekstA, "h") - 1)
anders ' slechts één instructie else per als situatie
MsgBox "kan niet vinden karakter in de string' ' toont een berichtvenster met de tekenreeks
eind als
Dit vat vrij veel alles wat die u moet weten over strings